Gitaartip #4

Weet wat je wil horen

Na verloop van tijd ontwikkelt elke gitarist een bepaalde voorkeur voor welk gitaargeluid hij of zij wil horen. De een houdt van een lekker warm en rond gitaargeluid met een sprankelend hoog, de ander voelt meer voor een gitaar die vooral lekker “knalt” op het podium.

Aan de hand van de gebruikte houtsoorten, kun je vaak al een idee krijgen hoe een gitaar zal klinken. Dit geldt met name voor akoestische gitaren. De klankkast en het bovenblad van een akoestische gitaar hebben de grootste invloed op het uiteindelijke klankkarakter. Hieronder volgt een overzicht van de meest gebruikte houtsoorten bij akoestische gitaren en wat je er qua klankkleur van mag verwachten.

Mahonie
Engelse term: Mahogany
Wordt gebruikt voor de klankkast en gitaarhals. Warme en volle klank met veel sustain (de toon houdt lang aan).

Palisander
Engelse term: Rosewood
Wordt heel vaak gebruikt voor de toets (het gedeelte van de gitaarhals waar de fretten op zitten). Soms wordt het ook gebruikt voor de klankkast. Warme en volle klank. Luxe hout.

Cederhout (dennen)
Engelse term: Cedar
Wordt heel vaak gebruikt voor het bovenblad van de gitaar. Heeft een warm geluid met voldoende hoog.

Fichte (sparren)
Engelse term: Spruce
Wordt gebruikt voor het bovenblad van de gitaar. Bevat iets meer volume en hoog dan cederhout. Luxe hout, vaak gebruikt in combinatie met palisander.

Esdoorn
Engelse term: Maple
Wordt heel soms gebruikt om klankkasten van te maken. Wordt vaker gebruikt om de gitaarhals van te maken. Heeft een kille maar directe sound.

Kersenhout
Engelse term: Cherry wood.
Wordt gebruikt om klankkasten van te maken. Heeft een minder kille sound dan esdoorn maar tegelijkertijd een minder warme klank dan mahonie.

Houtsoorten